Er zijn twee methoden om grond op te zuigen: met een ventilatorgrondzuiger (ook wel ‘turbinewagen’ genoemd) of een vacuümgrondzuigauto.
De ventilatorgrondzuiger is vergelijkbaar met een krachtige stofzuiger. De grondzuiger zuigt lucht aan, waardoor de grond onder de slang ook wordt opgezogen. Omdat bij deze methode een constante luchtstroom nodig is, kan de slang niet volledig in de grond worden gedrukt. De zuigkracht gaat dan namelijk verloren. Deze methode van grondzuigen is daarom vooral geschikt voor het verwijderen van droge materialen, zoals zand en grind.
Bij grondzuigen met een vacuümgrondzuigauto maken we gebruik van een vacuümsysteem, vergelijkbaar met het werkingsprincipe van een giertank. De slang kan direct de grond in worden gedrukt zonder dat de zuigkracht verloren gaat. Dit maakt het mogelijk om zowel droge als natte materialen te verwijderen. Bij Methorst werken we ook met de vacuümtechniek, omdat we met deze techniek alle (bouw)stoffen kunnen opzuigen, zoals klei en grond. Vacuümwagens zijn ook in te zetten als blaaswagens. Turbinewagens hebben deze techniek niet.